Pandemiewet goedgekeurd door het Parlement
Reeds twee maanden was het wetsontwerp van de pandemiewet gefinaliseerd en klaar voor stemming. Alle mogelijkheden die de parlementaire procedure aanreikt, werden aangewend om het wetgevend proces te vertragen, maar die strijd werd gestaakt. Het Parlement keurde op donderdag 15 juli 2021 het ontwerp van pandemiewet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden goed in de plenaire vergadering.
De Raad van State, alsook diverse rechtbanken en hoven van beroep, bevestigden meermaals dat de huidige wettelijke basis volstaat voor het nemen van maatregelen van bestuurlijke politie in geval van een pandemie. Maar om een specifiek rechtskader te hebben voor het beheren van een epidemische noodsituatie en om tegemoet te komen aan de duidelijke maatschappelijke vraag, voorziet minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden een specifiek rechtsbasis om zowel mogelijk nog tijdens deze als volgende langdurige gezondheidscrisissen snel en gericht te kunnen handelen.
“De toekomst is op een gedegen manier voorbereid. Dankzij de pandemiewet staan we zowel op organisatorisch als op juridisch vlak sterk”, aldus minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. “Ik ben doorheen het hele proces van het schrijven van de wet heel aandachtig geweest voor de scheiding der machten en de proportionaliteit van de maatregelen. Bovendien streefde ik naar een geheel van eenduidige, heldere en consistente regels. Ik ben dan ook verheugd dat het Parlement het ontwerp goedkeurde.”
Sinds eind februari 2020 overheerst de coronacrisis ons dagelijks leven. De bestrijding van het virus, de handhaving van de maatregelen en het beheersen van de gevolgen van de crisis krijgen nog elke dag onze aandacht.
Ook het politieke leven wordt al maanden beheerst door de pandemie. De regering formuleerde negen maanden geleden in haar regeerakkoord de wens om op een generieke manier na te denken over het noodbeheer in het kader van een pandemie. De ambitie was onder meer om te beschikken over een specifieke wettelijke basis op basis waarvan maatregelen van bestuurlijke politie bij epidemische noodsituaties kunnen worden genomen.
Daarnaast riepen ook het Parlement en de maatschappij luid om een specifiek rechtskader voor het nemen van maatregelen van bestuurlijke politie in geval van een langdurige pandemie. Deze vraag werd snel beantwoord. Sinds 18 mei 2021 was het wetsontwerp van pandemiewet klaar voor stemming. Deze stemming werd echter meermaals uitgesteld door de oppositie, na uitvoerig overleg met het parlement en met experten daarbuiten.
Inderdaad moet worden vastgesteld dat, nadat de tekst in de commissie Binnenlandse Zaken uitgebreid werd besproken, experten hun inzichten deelden tijdens de hoorzittingen, over de tekst werd herhaald gedebatteerd in de commissie en plenaire vergadering, adviezen van experten werden onderzocht én het advies van de Raad van State werd ontvangen, de oppositie besliste het parlementair proces te vertragen door tot driemaal toe de Raad van State te bevragen over een hele reeks amendementen van het wetsontwerp van pandemiewet. Uit die adviezen blijkt duidelijk dat de benadering van de meerderheid erkend wordt door de Raad van State.
Met de stemming van de pandemiewet komt niet alleen een einde aan een uniek, maar voor minister Verlinden cruciaal, wetgevend traject. Ze zocht, en vond, het evenwicht tussen de grondwettelijke rechten en vrijheden en een snelle en adequate aanpak die een gezondheidscrisis vereist. Het waarborgen van de rechtszekerheid en de rechtsbescherming, de parlementaire betrokkenheid, de democratische controle, en een zo groot mogelijke transparantie bij het beheren van een crisis vormen de fundamenten van de pandemiewet.
“Ik wil alle betrokkenen in het bijzonder danken voor de totstandkoming van de pandemiewet. In de eerste plaats het Parlement en de deskundigen, met inbegrip van de Raad van State, die adviezen uitbrachten die niet alleen interessant, maar ook zeer relevant zijn voor de wettelijke vraagstukken in verband met het beheer van deze crisis. Mijn dank gaat ook uit naar het Parlement voor zijn intense en enthousiaste medewerking en in het bijzonder de parlementaire diensten. Ten slotte een woord van dank aan de medewerkers van mijn en andere kabinetten en de teams van het Nationaal Crisiscentrum, die hun deskundigheid ter beschikking gesteld hebben”, aldus minister Verlinden.