Nieuwe wetgeving rond bodycams van kracht
Een bodycam is een nuttig instrument om politiemensen beter hun job te laten doen. Dankzij bodycambeelden is er meer bewijsmateriaal, ontstaan minder woord-tegen-woorddiscussies, verhoogt de kwaliteit van pv’s en worden conflicten sneller ontmijnd. Het gebruik ervan was echter nog niet volledig wettelijk geregeld. Daarom hebben ministers Verlinden en Van Tigchelt een wettelijk kader gecreëerd dat sinds vandaag van kracht is. Er volgen ook nog aanvullende meer operationele richtlijnen. Zo kunnen beelden niet meer zomaar verwijderd worden, maar moeten ze verplicht 30 dagen worden opgeslagen. Ook de 30 seconden voorafgaand aan de activatie van de bodycam moeten mee opgeslagen worden. Burgers kunnen eveneens vragen om de bodycam te activeren.
Een bodycam is een individuele mobiele camera die beeld en geluid opneemt en aangebracht wordt op een politie-uniform. Het gebruik ervan tijdens interventies heeft tal van voordelen, zowel voor de politie als voor de burger. De opnames schetsen immers een objectief beeld over wat zich precies afspeelde tijdens een interventie en kunnen dus zeer nuttig zijn tijdens een strafrechtelijk onderzoek, een proces of een tuchtprocedure. Zo is het niet langer woord tegen woord. Die verhoogde transparantie is zowel in het voordeel is van de politieagent als van de burger. Uit onderzoek blijkt dat bodycams de-escalerend werken en conflicten sneller worden ontmijnd omdat men weet dat er gefilmd wordt. Het gebruik van een bodycam zorgt voor minder geweld tegen de politie en minder klachten over geweld door de politie. De beelden helpen de politie ook bij het opstellen van een gedetailleerder proces-verbaal.
Sommige politiezones maken al langer gebruik van een bodycam, maar tot nog toe ontbrak het aan een duidelijk wettelijk kader. Hierdoor waren er juridische onzekerheden, onder andere over het gebruik van de beelden als bewijslast tijdens een proces. Ook over het bewaren van beelden en in welke context de bodycam gebruikt kan worden, waren geen wettelijke bepalingen. Verschillende politiezones gebruikten verschillende regels.
Nieuwe wet: wat verandert er?
De wet die het gebruik van bodycams door de politie regelt, is sinds vandaag van kracht. Het gebruik van bodycams door politiemensen tijdens een bestuurlijke of gerechtelijke interventie is niet verplicht, maar wel mogelijk indien er een reële kans is op het ontstaan van geweld of agressie, wanneer er dwang wordt gebruikt door de politie, indien de integriteit van de politiemensen, betrokkenen of derden in het gedrang komt, wanneer iemand een misdrijf voorbereidt, pleegt of gepleegd heeft, iemand de openbare orde verstoort, als het gebruik van de camera noodzakelijk is om bewijsmateriaal te verzamelen, als men gevorderd wordt voor bijstand of als men een gerechtelijk bevel ten uitvoer moet leggen. Het gebruik van de bodycam wordt zelfs als noodzakelijk geacht bij feiten van agressie, weerspannigheid of dwang.
In de wet is bepaald dat de beelden minstens 30 dagen lang bewaard moeten blijven. Hierdoor kunnen die niet zomaar gewist worden. Dat er opnames zijn gebeurd, moet worden vermeld in het proces-verbaal. Indien de beelden bijvoorbeeld worden gebruikt voor verder onderzoek, geldt de bewaartermijn zoals voorzien bij die specifieke procedure. De wet bepaalt eveneens dat er steeds een pre-opname gedurende 30 seconden moet zijn. Een bodycam staat dus altijd aan, maar slaat pas op wanneer de activeringsknop wordt ingedrukt. Bij een druk op de knop worden de voorafgaande 30 seconden toegevoegd aan de opgeslagen beelden. Zo wordt de ruimere context duidelijk. Dit komt de waarheidsvindingen ten goede en is zowel in het voordeel van de politie als de burger.
Daarnaast moet men de betrokkene die gefilmd wordt in kennis stellen van het feit dat de bodycam geactiveerd wordt. Hiervan kan men afwijken, bijvoorbeeld wanneer dit niet haalbaar is door een te grote groep mensen en veel omstaanders of als de interventie hierdoor in het gedrang zou komen. Tot slot kunnen de beelden wettelijk gezien worden aangewend bij het opstellen van processen-verbaal en als bewijsmateriaal tijdens onderzoeken, tuchtprocedures of processen.
Richtlijn voor uniform gebruik
Ministers van Binnenlandse Zaken Verlinden en Justitie Van Tigchelt hebben ook een richtlijn uitgewerkt zodat het gebruik uniform gebeurt door politiemensen. Eens de bodycam wordt geactiveerd, moet men de interventie vervolgens integraal filmen zodat er achteraf minder kans is op betwistingen. Indien een betrokkene vraagt om de bodycam te activeren, moet de politieagent hier in principe op ingaan voor zover dit de opdracht van de politie niet belemmert.
Er is geen leeftijdsgrens voorzien voor de gefilmde persoon, maar het gebruik van de bodycam tijdens interventies waar minderjarigen bij betrokken zijn, moet zo veel mogelijk worden beperkt. Tot slot verduidelijkt de omzendbrief ook dat burgers politionele interventies kunnen filmen, zo lang dit de interventie niet verstoort, dit niet in de veiligheidsperimeter gebeurt, de bevelen van de politie worden opgevolgd en het filmen niet in strijd is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit houdt onder andere in dat de beelden niet verspreid en gepubliceerd mogen worden als politiemensen daarop herkenbaar zijn.
Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken: “Geweld kunnen we nooit tolereren, en zeker niet tegen onze politiemensen. Zij zetten zich elke dag in om onze veiligheid te garanderen, en verdienen alleen maar respect. Dat respect zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar we merken nog te vaak dat dit niet het geval is. Een bodycam kan een belangrijk hulpmiddel zijn om hen bijkomende bescherming te bieden: preventief als het kan, repressief als het moet. Onderzoeken en proefprojecten tonen aan dat het gebruik van bodycams voor een de-escalatie kan zorgen bij incidenten. De beelden die bij een politietussenkomst worden gemaakt kunnen als bewijsstuk worden gebruikt. Met een robuust wettelijk kader en duidelijke operationele richtlijnen aan de lokale politiezones en de Federale Politie, hebben we ervoor gezorgd dat het gebruik van de bodycams verankerd wordt als belangrijk werkinstrument voor onze politiemedewerkers.”
Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “De politie moet in haar dagelijks werk gebruik kunnen maken van moderne hulpmiddelen. Bodycams helpen om geweld te de-escaleren, meer bewijs te verzamelen, interventies in hun werkelijke context te plaatsen en de transparantie van het politieoptreden te garanderen. Met deze wet bieden we de juiste omkadering zodat dat de politie bodycams transparant en met volledige rechtszekerheid kan gebruiken. Dit komt niet alleen het politiewerk ten goede, maar ook de burger. Iedereen is gebaat bij objectieve beelden, zodat het niet woord-tegen-woord is.”