Persbericht

Minister Annelies Verlinden neemt kennis van het tussenarrest van het Hof van Beroep van 27 april 2021

Minister Annelies Verlinden heeft vanmorgen kennis genomen van het tussenarrest van het Hof van Beroep te Brussel in het kader van een kort geding procedure ingesteld door de Liga voor Mensenrechten e.a. De Voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel stelde eerder dat de huidige wettelijk basis, o.a. de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, niet zou volstaan voor de huidige maatregelen opgelegd bij ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. Tegen deze beschikking ging de minister van Binnenlandse Zaken in beroep.

Met het tussenarrest vandaag wil het Hof van Beroep alle partijen toelaten een standpunt in te nemen over de impact op de procedure van het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State van zaterdag jl. over het laatst genomen ontwerp ministerieel besluit. Om die reden werd de behandeling van het beroep uitgesteld tot 18 mei.

In een eerste reactie verwijst minister Annelies Verlinden naar de bepalingen van dit advies van de Raad van State over het laatst genomen ontwerp van ministerieel besluit. De afdeling Wetgeving van de Raad van State bevestigt hierin dat de minister van Binnenlandse Zaken op basis van de wet op het politieambt, de wet betreffende de civiele bescherming en de wet betreffende de civiele veiligheid inderdaad bevoegd is om maatregelen te nemen. In dezelfde zin werd geoordeeld door de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in verschillende arresten.

Dit betekent dat intussen tijd de coronamaatregelen van kracht blijven en er dus ook niets verandert aan de handhaving.

De Voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg legde ook de verplichting op straffe van een dwangsom (tegen 30 april 2021) de nodige maatregelen te treffen die een eind maken aan de vermeende onwettigheid.

Minister Annelies Verlinden merkt op dat met de indiening van het wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, of de pandemiewet, in het Parlement aan die voorwaarde wordt voldaan.

Dit wetsontwerp, dat morgen in het Parlement wordt toegelicht en besproken alsook het recente advies van de Raad van State, kunnen een antwoord zijn op de vraag van de Voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg zodat de betaling van de dwangsommen daardoor niet aan de orde is.

Dankzij een uniek wetgevend traject kon het voorontwerp van pandemiewet de voorbije twee maanden al uitvoerig in het Parlement worden besproken. De commissie vergaderde meermaals, kreeg adviezen en organiseerde hoorzittingen met experten. Het debat ten gronde is dus al uitvoerig gevoerd. Minister Annelies Verlinden roept daarom het Parlement op om de bespreking van de pandemiewet met alle verantwoordelijkheidszin waarmee het debat gestart is, verder te zetten. Een spoedige stemming van de pandemiewet door het Parlement zal een nieuwe juridische basis creëren waarbij een afdoend antwoord wordt gegeven op de vele juridische kwesties.

Intussen beraadt minister Annelies Verlinden zich over de verdere stappen ten aanzien van het tussenarrest.

Naast dit alles bevestigde het Hof van Beroep de eis van een professioneel muzikant om in een binnenruimte voor 15 mensen te kunnen optreden. Ook hier zijn de regelgeving én het perspectief intussen gewijzigd, aldus minister Annelies Verlinden.

Vanaf 8 mei 2021 kunnen, mits de sanitaire voorschriften worden gerespecteerd, evenementen, culturele en andere voorstellingen die buiten worden georganiseerd, worden bijgewoond door maximum 50 personen.

Vanaf juni wordt er, op voorwaarde dat de epidemiologische toestand en druk op de ziekenhuizen dit toelaten, nog meer mogelijk: 200 aanwezigen kunnen buiten en binnen, met een maximum van 75 % van de CIRM-capaciteit (COVID Infrastructure Risk Model) evenementen bijwonen.

Daarnaast en een belangrijk nieuw gegeven: vanaf nu – zoals beslist door het Overlegcomité van 23 april 2021 – kunnen aanvragen tot afwijking van de actuele maatregelen worden ingediend, wat de organisatie van testevenementen met publiek onder strenge voorwaarden mogelijk maakt.