Overheden en diensten stemmen aanpak extremisme en terrorisme op elkaar af
Zoals aangekondigd in de beleidsverklaringen van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne werd een Strategische Nota Extremisme en Terrorisme uitgewerkt. Het Overlegcomité keurde vandaag, woensdag 8 september 2021, deze nota goed. De strategie, die de voortzetting is van het Actieplan Radicalisme (Plan R), is tot stand gekomen na nauwe samenwerking tussen de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten, de lokale besturen en alle diensten die betrokken zijn bij het Plan R. De doelstelling is om tijdig problemen die tot een veiligheidscrisis kunnen leiden, te detecteren. Het OCAD coördineert deze multidisciplinaire aanpak.
“Om extremisme en terrorisme aan te pakken is een samenwerking tussen de verschillende overheden en diensten die bij deze problematiek betrokken zijn van essentieel belang”, aldus minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. “Hoewel alle diensten en beleidsniveaus ook voorheen al nauw samenwerkten, biedt de nota nu een gemeenschappelijk kader, een gemeenschappelijke strategie, met respect voor elkaars finaliteit en methodologie om met extremisme en terrorisme in onze samenleving om te gaan.”
De strategie stemt de aanpak van de verschillende bestuursniveaus en diensten die betrokken zijn bij de aanpak van extremisme en terrorisme op elkaar af. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne kregen op 6 september tijdens hun bezoek aan Europol een uiteenzetting over de problematiek en stelden vast dat Europa nog steeds geconfronteerd wordt met extremisme en terrorisme. De Belgische multidisciplinaire aanpak in de strijd tegen dit fenomeen is uniek.
Centraal in de strategie staat het overleg over prioritair op te volgen personen inzake extremisme en terrorisme. In verschillende overlegplatformen zitten diensten en overheden samen om specifieke casussen te bespreken. Deze informatie vindt vervolgens zijn weg naar de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB). De GGB is het instrument waar alle betrokken diensten informatie delen over personen die prioritair opgevolgd moeten worden voor extremisme en terrorisme. Momenteel staan een 700-tal individuen op deze lijst.
De Lokale Task Forces (LTF’s) zijn het centraal zenuwstelsel van de multidisciplinaire aanpak. Ze situeren zich op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen en behelzen een veiligheidsgeoriënteerde aanpak. In de LTF’s zitten vertegenwoordigers van de politiediensten, de veiligheids- en inlichtingendiensten, de Dienst Vreemdelingenzaken en het Openbaar Ministerie. De LTF’s staan in voor de informatieverzameling, de voeding van de GGB en de opvolging van de individuen die opgenomen zijn in de GGB.
Op lokaal niveau zijn er ook Lokale Integrale Veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC’s-R) opgericht, die werken vanuit een sociopreventief perspectief. De LIVC’s-R zijn laagdrempelig, waardoor ze een grote rol spelen in preventie, vroegdetectie en re-integratie. De afgelopen jaren groeide inderdaad het besef dat een louter veiligheidsgeoriënteerde aanpak niet voldoende is.
“In het verleden lag de focus van de opvolging van extremisten vooral op een repressieve aanpak”, vertelt Gert Vercauteren, directeur a.i. van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). “Maar in de loop der jaren groeide het bewustzijn dat dit onvoldoende was. De strategie is geëvolueerd naar een multidisciplinaire aanpak en steunt op de expertises van alle beleidsniveaus in ons land. Een breed scala aan diensten wordt betrokken.”
Een ander belangrijk element in de strategie, is dat alle vormen van extremisme en terrorisme, zowel religieus als niet-religieus geïnspireerd, op dezelfde manier worden aangepakt. De dreiging is de laatste jaren sterk geëvolueerd: zowel de profielen van de daders, als de elementen die hen triggeren om een gewelddadige actie te plegen, hun modus operandi en de manieren waarop ze inspiratie zoeken.
“Onze veiligheidsdiensten zijn dag en nacht in de weer om extremisme en terreurdreiging in een zo vroeg mogelijk stadium in de kiem te smoren. Door vroegtijdige detectie en uitwisseling van informatie, niet alleen tussen veiligheidsdiensten, maar ook met andere sociopreventieve diensten. Het is belangrijk dat we deze processen continu evalueren en verbeteren om aanslagen te voorkomen. Dat doen we met deze nota want dit vergt de inzet en samenwerking van vele diensten en overheden”, zegt vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne.
Lees de strategische nota extremisme en terrorisme hier.