Minister Verlinden roept alle parlementsleden op om pandemiewet te laten stemmen
The duty of an opposition is to oppose. Vandaag ging het de federale oppositie echter niet om het voeren van een inhoudelijk democratisch debat, maar wel om het parlementair proces te vertragen. De stemming van de pandemiewet uitstellen door aan de Raad van State voor een vierde keer te vragen zich uit te spreken over de tekst, is niet constructief.
“We hebben de hand uitgestoken naar het Parlement, inclusief de oppositie, door hen reeds in een vroeg stadium van de totstandkoming van de pandemiewet te betrekken. Sinds half mei ligt in het Parlement het ontwerp ter stemming voor. Vandaag werden we echter geconfronteerd met nieuwe vertragingsmanoeuvres van de oppositie”, aldus minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. “Ik roep iedereen op het Parlement zijn werk te laten doen en het parlementair proces niet langer te blokkeren.”
Sinds eind vorig jaar klinkt de roep binnen de politiek, en daarbuiten, luid naar een specifiek rechtskader voor het nemen van maatregelen van bestuurlijke politie in geval van een pandemie. De Raad van State, alsook rechtbanken en hoven van beroep, bevestigen weliswaar dat de huidige wettelijke basis, waaronder de wet betreffende de civiele veiligheid, volstaat als voldoende rechtsbasis. Toch werd er in antwoord op de vraag naar een specifieke rechtskader in een ontwerp van pandemiewet voorzien.
Op enkele maanden tijd werd een ontwerp van pandemiewet geschreven, werd het Parlement intensief geconsulteerd, werden experten geraadpleegd en werden hoorzittingen georganiseerd. Het waarborgen van de rechtszekerheid, de parlementaire betrokkenheid, de democratische controle, en een zo groot mogelijke transparantie bij het beheren van een crisis zijn de fundamenten van de pandemiewet.
Het ontwerp werd reeds tot driemaal toe voor advies voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State. Ook de diensten van de Kamer verleenden uitgebreid advies over het ontwerp. Uit die adviezen blijkt duidelijk dat het huidig wetsontwerp de toets van de afdeling Wetgeving doorstaat. Sinds 18 mei 2021 is het wetsontwerp ongewijzigd en klaar voor stemming.
Vandaag werden we evenwel geconfronteerd met een halsstarrige houding van de oppositie, die voor een vierde keer aan de Raad van State vraagt zich uit te spreken over de tekst van het wetsontwerp. Er kan niet anders dan worden vastgesteld dat deze werkwijze tot doel heeft het proces te vertragen, aangezien bepaalde amendementen betrekking hebben op tekstvoorstellen die sinds begin april ongewijzigd zijn en andere ingaan tegen de eerdere adviezen van de afdeling Wetgeving van de Raad van State. De finaliteit van de adviesvraag is met andere woorden louter van politieke aard. Het finale debat is zodoende opnieuw uitgesteld, en de eindstemming vertraagd.