Persbericht

Minister Annelies Verlinden gaat in beroep tegen de beschikking van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 31 maart 2021

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden heeft in eerste lezing kennis genomen van de beschikking van 31 maart 2021 van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel, die in het kader van een kort geding procedure ingesteld door de Liga voor Mensenrechten e.a. stelt dat de huidige wettelijk basis, m.n. de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, niet volstaat voor de huidige maatregelen opgelegd bij ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Minister Annelies Verlinden besliste om in hoger beroep te gaan bij het Hof van Beroep te Brussel en stipt aan dat de huidige maatregelen van toepassing blijven.

Eerder oordeelden de Raad van State in Algemene Vergadering, zijnde het hoogste administratieve rechtscollege in ons land, alsook een aantal correctionele en burgerlijke rechtbanken (waaronder een Hof van Beroep) dat de huidige wettelijke basis wel degelijk voldoet als rechtsbasis voor het ministerieel besluit.

Deze namiddag is er een debat in de Kamer over de Pandemiewet. Het voorontwerp dat besproken wordt, betreft een bijkomende wet van bijzondere bestuurlijke politie, die als specifieke rechtsbasis kan dienen voor maatregelen ter bestrijding van een pandemie. Hiermee wil minister Annelies Verlinden de rechtszekerheid waarborgen, alsook de parlementaire betrokkenheid en controle verhogen. We wachten momenteel het noodzakelijk advies van de Raad van State af om dit voorontwerp te finaliseren.