Mobiele digitale toestellen horen niet thuis achter het stuur
“In 2000 werd het verbod op het gebruik van een mobiele telefoon achter het stuur voor het eerst ingevoerd in de wegcode maar sindsdien is de technologie dermate vooruitgegaan dat de wetgeving niet meer strookt met de realiteit”, dat stelde minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden vanmorgen vast tijdens een werkbezoek in de politiezone Brasschaat.
Minister van Binnenlandse Zaken Verlinden heeft vanmorgen in Brasschaat een politiecontrole bijgewoond in het kader van de actie ‘Afleiding achter het stuur’ die nog tot 7 maart loopt in de provincie Antwerpen. Die actie wordt gecoördineerd door de Coördinatie- en Steundirectie van de Federale Politie Antwerpen en wordt uitgevoerd door federale politiediensten en alle lokale politiezones.
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden is overigens opgetogen dat CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh vorige maand een wetsvoorstel indiende om het verbod op gebruik van digitale toestellen tijdens het besturen van een voertuig uit te breiden. Door de opkomst van nieuwe digitale toestellen en toepassingen is de wegcode hierrond (bepaald in het KB van 1 december 1975, aangevuld met het KB van 24 juni 2000) achterhaald. Minister Verlinden hoopt dan ook dat het wetsvoorstel snel wordt besproken in het parlement zodat de wetgeving kan worden geactualiseerd.
De wegcode bepaalt dat een automobilist geen gebruik mag maken van een draagbare telefoon die hij in de hand houdt, behalve wanneer zijn voertuig stilstaat of geparkeerd is. De minister wil niet alleen het gebruik van draagbare telefoons tijdens het besturen van een rijdend voertuig verbieden. De minister wil dat alle toestellen die onze aandacht afleiden verboden worden. Denk hierbij aan onder meer mobiele navigatieapparaten, tabletcomputers, e-readers en laptops. Het verbod zou dan van toepassing zijn op elk communicatietoestel dat niet aan het voertuig bevestigd wordt met bijvoorbeeld een speciaal daartoe voorziene houder.
Het parlementair initiatief is een belangrijke eerste stap: “In artikel 8.3 van de Wegcode staat dat chauffeurs te allen tijde de controle over hun voertuig moeten kunnen hebben. In artikel 8.4 wordt dat gespecifieerd voor het gsm-gebruik, maar de bepaling uit 2000 heeft het alleen over telefoneren, terwijl de communicatie tegenwoordig veel breder gaat. Dat moet zich vertalen in de regelgeving. Chauffeurs beseffen nog steeds onvoldoende hoe gevaarlijk dit gedrag is. Gsm-gebruik is een echte killer in het verkeer geworden”, aldus Jef Van den Bergh. Naast een uitbreiding van de wet ijvert Van den Bergh ook voor een verhoging van de boetecategorie, van de tweede graad naar de derde graad. Dat gaat dan over een verhoging van 116 naar 174 euro.
Onderzoek van Veiligheidsinstituut VIAS toont ook aan dat de bekommernis van de minister niet onterecht is. Elk jaar vinden in ons land 4000 ongevallen plaats met doden of gewonden, in minstens 10 tot 12% hiervan speelt een vorm van afleiding een rol. De gedragsenquête van VIAS toont aan dat 1 op de 5 bestuurders jonger dan 35 jaar de gsm hanteert tijdens het rijden.
Volgens sommige onderzoekers heeft het gebruik van een smartphone achter het stuur zwaardere gevolgen dan rijden met een alcoholgehalte van 0,8 pro mille in je bloed. Bij het lezen en schrijven van berichten kijken bestuurders gedurende 40 à 60% van de tijd naar beneden, met trager rijden en een verdubbeling van de reactietijd tot gevolg.
Bij haar beleidsverklaring op 6 november 2020 kondigde de minister al aan de verkeersveiligheid te willen verhogen. “Het aantal verkeersslachtoffers in ons land is de laatste jaren al fors gedaald. Toch zijn we nog ver verwijderd van de Europese doelstelling om tegen 2030 het aantal verkeersdoden te halveren”, zegt minister Verlinden.