Minister Verlinden stelt eerste pakket maatregelen voor voor een sterke Rechterlijke organisatie

Meer kansen, duidelijkere regels en een bredere inzet van ervaren magistraten: dat zijn de krachtlijnen van een pakket maatregelen voor een robuuste magistratuur, dat op initiatief van minister van Justitie Annelies Verlinden (cd&v) vandaag door de ministerraad werd goedgekeurd. “De eerste steen is hiermee gelegd voor de versterking en de vernieuwing van de Rechterlijke organisatie”, stelt minister Verlinden.

Met haar eerste pakket aan maatregelen maakt minister Verlinden alvast één belofte uit het regeerakkoord waar: de verloning van magistraten in opleiding wordt aantrekkelijker gemaakt door de anciënniteit meer te laten meetellen. “Zo maken we de gerechtelijke stage van twee jaar aanlokkelijker, en kunnen we de instroom van nieuwe magistraten bevorderen”, legt minister Verlinden uit.

Deze maatregel vloeit voort uit het Hefboomplan voor de Rechterlijke organisatie dat minister Verlinden vorige week samen met de magistratuur aankondigde. Dat eerste plan wil maximaal tegemoetkomen aan de urgente noden op het vlak van infrastructuur, veiligheid, mensen en middelen, en de aantrekkelijkheid van de magistratuur.

Daarnaast maakte de minister werk van nog een reeks maatregelen om de Rechterlijke organisatie te versterken. Een overzicht.

  • Het federaal parket en het parket voor de verkeersveiligheid mogen voor tijdelijke opdrachten een beroep doen op gepensioneerde magistraten. Minister Verlinden: “Door gepensioneerde magistraten te laten optreden als plaatsvervangende magistraten, garanderen we de continuïteit van de rechtspleging bij het federaal parket en het parket voor de verkeersveiligheid.”
  • Daarnaast vergroten we de pool van kandidaten voor topmanagementfuncties binnen de zetel, met name die van voorzitter en ondervoorzitter van het College van de hoven en rechtbanken. Voortaan kunnen ook de voorzitter en ondervoorzitter van het vorige College zich kandidaat stellen, net als de zittende korpschefs. Er komt ook een regeling voor het geval dat de stemming niet leidt tot de aanwijzing van een voorzitter en/of ondervoorzitter.
  • Om de welzijnsdiensten binnen de Rechterlijke organisatie te versterken, wordt de verloning voor preventieadviseurs evenwaardig gemaakt aan de verloning van de collega’s van het federaal ambt. Het gaat om preventieadviseurs van niveau 1 of 2 die worden bevorderd naar niveau A, of tot griffier of secretaris.
  • Ook de regels voor de berekening van de geldelijke anciënniteit die wordt verworven na de indiensttreding bij het gerechtspersoneel, worden afgestemd op de regels die gelden voor de personeelsleden van het openbaar ambt.
  • De tijdelijke kaders (de benoemingsbasis) van de raadsheren bij de hoven van beroep en de substituten-procureur-generaal worden met twee jaar verlengd. Dat is belangrijk voor de continuïteit van de dienstverlening in beroepszaken. Op basis van het aantal dossiers bij de parketten-generaal en de hoven van beroep is het duidelijk dat er een verlenging nodig is, in afwachting van het allocatiemodel op basis waarvan de middelen in de toekomst zullen worden verdeeld.
  • De griffiers die zijn aangesteld bij de tuchtraad voor de notarissen en de gerechtsdeurwaarders zullen voortaan worden vervangen in overtal om de werklast op te vangen en de continuïteit van de diensten te verzekeren.