Persbericht

Ministerieel besluit ter uitvoering van de beslissingen van het Overlegcomité gepubliceerd

Het Overlegcomité besliste afgelopen vrijdag een tijdelijk verbod op verplaatsingen voor recreatief-toeristische doeleinden van en naar België in te voeren. Het ministerieel besluit met de aangepaste maatregelen is zonet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en gaat in op woensdag 27 januari 2021. 

“Om de import en verdere verspreiding van nieuwe, zeer besmettelijke, virusvarianten in België tegen te gaan, hebben we beslist om niet-essentiële buitenlandse reizen van en naar België tijdelijk te verbieden, aldus minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. “Zo maken we het moeilijk voor het virus, maar niet onnodig moeilijk voor mensen die voor hun werk, de zorg voor een familielid, of het bezoek aan een partner toch naar het buitenland moeten.”

Verbod op niet-essentiële reizen

Het ministerieel besluit verbiedt verplaatsingen voor recreatief-toeristische doeleinden van en naar België van woensdag 27 januari tot maandag 1 maart 2021. Dit betekent dat enkel essentiële reizen naar het buitenland toegestaan zijn, met name:

  • reizen om professionele redenen;
  • reizen van diplomaten, ministers, Staats- en regeringsleiders, leden van het Europees Parlement en gelijkgestelden;
  • reizen omwille van dwingende gezinsredenen;
  • reizen omwille van humanitaire redenen;
  • reizen die studiegerelateerd zijn;
  • verplaatsingen door inwoners van de grensgemeenten, hun directe buurgemeenten en de grensregio’s, als onderdeel van het dagdagelijkse leven voor de activiteiten die eveneens in het land van hoofdverblijfplaats toegelaten zijn en noodzakelijk zijn;
  • reizen om zorg te dragen voor dieren;
  • reizen in het kader van juridische verplichtingen, voor zover noodzakelijk en dit niet digitaal kan gebeuren;
  • reizen om dringende herstellingen te laten uitvoeren in het kader van de veiligheid van een voertuig;
  • reizen in het kader van een verhuizing;
  • doorreizen.

Wie een buitenlandse reis maakt die toegelaten is, moet vanaf 27 januari 2021 in het bezit zijn van een verklaring op eer. Personen die regelmatig naar het buitenland gaan, bijvoorbeeld grensarbeiders of inwoners van grensgemeenten, moeten de verklaring op eer daarom slechts één keer invullen voor een welbepaalde activiteit.

Dit verandert niets aan de bestaande regels betreffende het invullen van het PLF-document, testen en quarantaine voor reizigers.

Niet-essentiële reizen vanuit landen buiten de Europese Unie en de Schengenzone naar België waren al verboden. De regels voor reizigers uit deze landen veranderen niet. Naar België reizen kan in dat geval alleen mits voorleggen van een attest van essentiële reis of een visum.

Vervoerders zijn verantwoordelijk om, voor het instappen, te controleren dat alle passagiers in het bezit zijn van een verklaring op eer, of een attest van essentiële reis of visum voor reizigers uit derde landen. Indien dit niet het geval is, is de vervoerder ertoe gehouden het instappen te weigeren. Ook bij grenscontroles zullen de documenten worden gecontroleerd.

Taskforce Geïntegreerde Politie

Tijdens de coronacrisis staat de Taskforce Geïntegreerde Politie in voor de geharmoniseerde handhaving van de coronamaatregelen door alle politiediensten in ons land. Op vraag van het Overlegcomité en in samenwerking met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden werkte deze taskforce een actieplan uit om een maximale en gecoördineerde controle te organiseren op het weg-, lucht-, zee- en internationaal treinverkeer.

Het actieplan voorziet vanaf 27 januari in regelmatige, mobiele en statische politiecontroles met het oog op het handhaven van het verbod op buitenlandse verplaatsingen voor recreatief-toeristische doeleinden. Hierbij zal rekening worden gehouden met o.a. piekmomenten en toeristische hotspots.

Regels voor erediensten verduidelijkt

Eerder was reeds bepaald dat, in navolging van het arrest van de Raad van State met betrekking tot de collectieve uitoefening van erediensten, maximaal vijftien personen aanwezig konden zijn in een gebouw bestemd voor erediensten, kinderen tot en met twaalf jaar en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld. Het Overlegcomité vond hiermee een evenwicht tussen de adequate aanpak van de gezondheidscrisis enerzijds en de bescherming van de godsdienstvrijheid anderzijds.

Sommigen hielden echter - onterecht - voor dat meer individuele bezoekers tegelijkertijd aanwezig konden zijn in een gebouw bestemd voor erediensten. Omdat zulks een ernstige gezondheidsrisico inhoudt, verduidelijkt het nieuw ministerieel besluit de bestaande regels.