Meer soepele regeling voor de schriftelijke behandeling van bestuursgeschillen bij de Raad van State
Op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden keurde de federale regering een koninklijk besluit goed met een meer soepele regeling voor de schriftelijke behandeling van bestuursgeschillen bij de Raad van State.
Schriftelijke behandeling
Tot op vandaag is de mogelijkheid om een zaak schriftelijk te behandelen beperkt tot enkele specifieke gevallen en is dit onderworpen aan een vrij logge procedure.
Het KB tot wijziging van de artikelen 26 en 84/1 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voert een meer soepele regeling in voor de schriftelijke behandeling van bestuursgeschillen bij de Raad.
Het KB is, enerzijds, geïnspireerd op de huidige regeling bij het Grondwettelijk Hof, en anderzijds op de ervaring die werd opgedaan met de toepassing van het coronavolmachtenbesluit.
Het is passend om geen terechtzitting te houden in die gevallen waar zowel de rechter als alle partijen het erover eens zijn dat alle argumenten in de schriftelijke stukken zijn uiteengezet en geen mondelinge herhaling of toelichting meer behoeven.
Op voorstel van de kamer en behoudens bezwaar van het auditoraat of één van de procespartijen
Het is in de eerste plaats de kamer die bij de ingereedheidbrenging van de zaak, en behoudens bezwaar van het aangewezen lid van het auditoraat, aan de partijen voorstelt om de zaak niet op een terechtzitting te behandelen. Het ligt voor de hand dat de kamer wél een terechtzitting zal laten plaatsvinden wanneer zij dit nuttig of noodzakelijk acht.
Elk van de procespartijen kan vervolgens binnen een termijn van 15 dagen vragen dat de zaak toch ter terechtzitting wordt behandeld, zonder dat zij dit bijzonder moet motiveren: een eenvoudige vraag daartoe volstaat. Elke procespartij kan dus steeds voor een mondeling debat kiezen.
Inwerkingtreding
Het KB werd op 3 mei 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 13 mei 2021.
“We zetten een verdere stap in de richting van een modernere rechtspleging. Het systeem waarbij elk dossier voor de Raad van State automatisch op een fysieke terechtzitting wordt behandeld is in bepaalde gevallen onaangepast. In dossiers waar alles reeds in de schriftelijke procedure in woord en wederwoord werd uitgeschreven, is het niets steeds nodig een openbare zitting te houden, tenminste als zowel de rechter als de partijen het hierover eens zijn. Dat advocaten zich op de terechtzitting beperken tot een verwijzing naar de schriftelijke stukken, moet worden vermeden nu dit niet leidt tot meer rechtsbescherming of rechtszekerheid”, aldus minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. “Met de publicatie van dit KB verhogen we niet alleen de efficiëntie bij de behandeling van bestuursgeschillen, maar verminderen we ook nodeloze kosten voor de rechtsonderhorigen.”