Modernisering van het Burgerlijk Wetboek: Nieuwe regels over persoonlijke zekerheden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad

Vandaag werd Titel 1 van Boek 9 van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De nieuwe bepalingen over persoonlijke zekerheden treden in werking op 1 januari 2026. Daarmee zet Justitie een nieuwe, belangrijke stap in de modernisering van het burgerlijk recht. Minister van Justitie Annelies Verlinden: “Wie een schuld helpt waarborgen, verdient bescherming. Met deze hervorming verankeren we alle vormen van persoonlijke zekerheid, van borgtocht tot patronaatsverklaring, in één duidelijk wettelijk kader. Zo versterken we niet alleen de rechtszekerheid, maar ook het vertrouwen dat nodig is om krediet te verlenen, te ondernemen en onze economie te laten draaien.”
Meer rechtszekerheid voor wie leent, borg staat of investeert
De regelgeving over persoonlijke zekerheden stamde nog grotendeels uit het begin van de 19de eeuw. Ze was versnipperd, technisch verouderd en sloot onvoldoende aan bij de economische en maatschappelijke realiteit van vandaag. Dankzij deze hervorming komt daar nu verandering in.
Waar het oud Burgerlijk Wetboek enkel de borgtocht regelde als persoonlijke zekerheid, erkent het nieuwe wetgevende kader nu ook andere vormen van persoonlijke zekerheden, zoals de hoofdelijkheid tot zekerheid, de autonome garantie en de patronaatsverklaring. Deze zekerheidsfiguren, die in de praktijk al bestonden, maar juridisch onvoldoende verankerd waren, krijgen voortaan een duidelijke wettelijke basis. Ook voor de borgtocht, die voorheen op eerder beperkte en klassieke wijze was geregeld, worden nieuwe beschermingsmaatregelen bepaald. Zo wordt de rechtszekerheid versterkt, zowel voor schuldeisers, schuldenaars als zekerheidsstellers. Ook de figuur van de “zakelijke borgtocht”, waarbij iemand een zakelijk zekerheidsrecht op zijn eigen goed vestigt ten voordele van andermans schuld, wordt voortaan expliciet geregeld. Tot slot voorziet de hervorming in een betere bescherming van kosteloze borgen – vaak familieleden – en zorgt ze voor een gecentraliseerde regeling binnen het Burgerlijk Wetboek.
Deze hervorming is meer dan een technische oefening. Ze bouwt verder op een sterke juridische traditie binnen het Belgische burgerlijk recht, en doet dat met oog voor de noden van vandaag en morgen. Aldus minister van Justitie Verlinden: “Deze hervorming versterkt de rechtszekerheid voor wie leent, borg staat of investeert. Ze is het resultaat van sterk juridisch werk én van een doorgedreven samenwerking tussen de verschillende betrokken actoren over verschillende legislaturen heen. Voormalig minister van Justitie Koen Geens legde hiervoor jaren geleden de fundamentele basis. Ik wil hem daarvoor oprecht bedanken en ik ben vereerd dat ik zijn weg mag verderzetten.”
Volgende stappen in de modernisering van het Burgerlijk Wetboek
Met de publicatie van Titel 1 van Boek 9 wordt opnieuw een belangrijke stap gezet in de modernisering van het Burgerlijk Wetboek. En de hervorming stopt daar niet. Ook deze legislatuur wordt verder gewerkt aan de overige onderdelen van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Zo zijn werkzaamheden lopende in het kader van de overige titels van Boek 9 (met betrekking tot de zakelijke zekerheden), Boek 6 (voor wat betreft de aansprakelijkheid bij schade aan collectieve milieubelangen) en Boek 10 (met betrekking tot verjaring). Boek 7, dat handelt over de bijzondere contracten, wordt momenteel besproken in het Parlement.
Daarnaast worden ook de nog ontbrekende titels van Boek 2 – het personen- en familierecht – onder handen genomen. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar een betere afstemming van het afstammingsrecht op hedendaagse gezinsvormen en internationale tendensen. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een wettelijk kader voor discreet bevallen en draagvrouwschap, en ook de invoering van zorgouderschap wordt bestudeerd, zodat ook plusouders en andere dagelijkse opvoeders in nieuw samengestelde gezinnen een juridisch erkende rol kunnen krijgen.
Deze hervormingen komen tot stand in nauwe samenwerking met de betrokken hervormingscommissies en zijn het resultaat van een collectieve inspanning van rechtspractici, academici en beleidsmakers. Samen bouwen zij aan een modern, begrijpelijk en rechtvaardig rechtskader voor iedereen.