1.556 meldingen van mensenhandel in 2024

In 2024 waren er in ons land 1.556 aanmeldingen van vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel en/of -smokkel. In de erkende gespecialiseerde opvangcentra werd voor 145 slachtoffers van mensenhandel een begeleiding opgestart. Dat blijkt uit cijfers van het Federaal Migratiecentrum Myria. “Mensenhandel is nog steeds een gruwelijke realiteit”, benadrukt minister van Justitie Annelies Verlinden (cd&v). “Geen enkele vorm van mensenhandel mag onbestraft blijven. Slachtoffers verdienen bescherming, erkenning en gerechtigheid.”
Minister Verlinden roept in de aanloop naar de Werelddag tegen Mensenhandel van 30 juli op om nog meer alert te zijn voor signalen van uitbuiting. “Omdat mensenhandel zich vaak afspeelt in alledaagse situaties, net om de hoek.” De minister verleent haar volle steun aan de Blue Heart-campagne, die afgelopen maandag op gang werd getrapt en elk jaar de problematiek rond mensenhandel en uitbuiting onder de aandacht brengt.
En dat is helaas nog altijd nodig, zo blijkt. Het jaarlijkse aantal aanmeldingen van mensenhandel bij de gespecialiseerde centra kende, na de dip in het coronajaar 2020, een sterke stijging in de periode 2021-2023. Die stijging lijkt in 2024 te stabiliseren, waarbij het aantal ontvangen aanmeldingen in 2024 (1.556) van dezelfde grootteorde is als het aantal ontvangen aanmeldingen in 2023 (1.549).
In de erkende gespecialiseerde opvangcentra Payoke, PAG-ASA en Sürya werd er in 2024 voor 145 slachtoffers van mensenhandel een begeleiding opgestart. In 2023 was er nog sprake van 160 begeleidingstrajecten en 2022 kende een piek van 229 trajecten.
Van de 145 slachtoffers van mensenhandel die in 2024 een begeleiding kregen, hadden 10 een gecombineerd slachtofferprofiel, waarbij de betrokkenen het slachtoffer werden van een combinatie van economische uitbuiting, seksuele uitbuiting, het gedwongen plegen van misdrijven en/of mensensmokkel met verzwarende omstandigheden.
Bij de 135 slachtoffers die geen gecombineerd slachtofferprofiel hebben, zijn:
- 77 personen het slachtoffer van economische uitbuiting. Die groep bestaat uit personen met 28 verschillende nationaliteiten. Met 24 slachtoffers is Marokko de voornaamste nationaliteit binnen deze groep.
- 50 personen het slachtoffer van seksuele uitbuiting. Binnen deze groep zijn er personen met 14 uiteenlopende nationaliteiten. De begeleide personen hebben met name de Belgische (14), de Braziliaanse (11) en de Colombiaanse nationaliteit (8).
- 6 personen het slachtoffer van onder dwang gepleegde misdrijven.
- Voor één begeleide persoon was nog niet duidelijk welke uitbuitingsvorm van toepassing was. Daarnaast werd er één meisje begeleid samen met haar moeder.
De Belgische overheid blijft zich engageren om mensenhandel structureel en multidisciplinair aan te pakken. Justitie, politie en de sociale inspectiediensten werken nauw samen. De Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel coördineert de strijd op nationaal niveau. “Ook de rol van de erkende gespecialiseerde opvangcentra is cruciaal, niet het minst voor de slachtoffers”, benadrukt minister Verlinden. “Zij krijgen de broodnodige steun om hun leven weer op te bouwen, met respect voor hun waardigheid.”
De Belgische overheid werkt ook aan een nieuw actieplan, dat bijzondere aandacht besteedt aan de manier waarop mensenhandel evolueert. Daders zijn immers vaak ook werkgevers, kennissen of familieleden. Slachtoffers zijn daarnaast niet altijd buitenlandse personen. Ook Belgische burgers kunnen ten prooi vallen aan mensenhandelaars, bijvoorbeeld via loverboypraktijken, arbeidsuitbuiting of gedwongen criminele activiteiten.
Uniek meldpunt voor slachtoffers van mensenhandel: www.stopmensenhandel.be of via het telefoonnummer 078 055 800.